HET EVANGELIE (OFWEL “HET GOEDE NIEUWS).

Het koninkrijk van God is gekomen door Jezus. Hij is de Christus, de Koning, Gods eniggeboren Zoon. Hij leefde een volmaakt leven, stierf aan het kruis voor onze zonden, werd begraven en verrees op de derde dag, volgens de Schriften. God, onze liefdevolle en genadevolle Vader, redt iedereen die zich:

· Bekeert van zijn/haar zonde;

· Het evangelie gelooft;

· Jezus volgt in/door de kracht van de Heilige Geest.

Wanneer Koning Jezus terugkeert op de laatste dag, de Grote Dag des Oordeels, zullen alle christenen het eeuwige koninkrijk van God binnengaan (Mk. 1:14-17; 8:27-31; 1 Kor. 15:1-5; Joh. 3:16; Ef. 2:8-10; Mt. 25:31-46).

Het horen van het evangelie (Het Goede Nieuws) vraagt om een antwoord, een reactie.*

 

WAT MOET IEMAND DOEN OM GERED TE WORDEN?

1. Je moet je bekeren van zonde.

Omdat “allen gezondigd hebben en tekort schieten in de heerlijkheid van God”, gebiedt God alle mensen om zich te bekeren (Rom. 3:23; Hand. 17:30). Het woord “bekeren” is geen suggestie, maar een gebod en betekent: van koers veranderen, of je ergens van afkeren. Het “iets” waarvan we ons moeten afkeren is zonde. Zonde kan worden gedefinieerd als “elk gebrek aan overeenstemming met de morele wet van God in handeling, houding of natuur/aard”. (Grudem, Systematic Theology). Jezus zei in Lucas 13:3: “Ik zeg u: Nee, als maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen.” (HSV). Bekering is geen eenmalige daad. In plaats daarvan roept God ons op om te leven in een staat van doorgaande bekering (heiliging).

2. Je moete geloven [in] het evangelie.

Bekering en geloof zijn twee zijden van de ene munt van verlossing. Bij berouw keren we ons af van de zonde. In/door het geloof wenden we ons tot God. Het evangelie verklaart: “Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.” (Joh. 3:17-18, HSV)). Net als bij bekering moeten christenen in een voortdurende staat van geloof (of vertrouwen) leven.

3. Je moet Jezus als Heere belijden

De uitkomst van een bijbels geloof in het evangelie is de belijdenis van Jezus als Heere. Romeinen 10:9-10 zegt: “Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u gered worden. Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot redding.” (“zaligheid” in de HSV is hier vervangen door ‘’redding”, een meer eigentijds woord).

4. Je moet Jezus als Zijn leerling en dienstknecht (na-)volgen

Jezus zei: “Laat wie achter Mij wil komen zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en met volgen (Mk. 8:34). Jezus heeft nooit onderwezen dat iemand verlossing kan ontvangen om Hem vervolgens niet te volgen. Dat is “goedkope genade” (Bonhoeffer, in zijn boek “Navolging”, in het Engels vertaald met de titel “Costly discipelship”). In feite waarschuwde Jezus Zelf tegen een dergelijke leer. In Lucas 6:46 stelde Jezus de indringende vraag: “Waarom noemt u mij: Heere, Heere, en doet niet wat Ik zeg.”

Hij zei ook: “Niet iedereen die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van mijn van Mijn Vader, Die in de hemelen is.” (M6. 7:21, HSV). Johannes herhaalde de waarschuwing van Jezus door te zeggen: “Wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet in acht neemt, i een leugenaar en in hem is de waarheid niet. Maar ieder die Zijn Woord in acht neemt, in hem is werkelijk de liefde van God volmaakt geworden. Hierdoor weten wij dat wij in Hem zijn. (1 Joh. 2: 4-6, HSV).

Om gered te worden moeten zondaars (d.w.z. eenieder van ons) zich dus…

· Bekeren van onze zonden;

· Het evangelie geloven;

· Jezus als Heere belijden;

· Hem volgen tot het einde toe (waarin wij een verantwoordelijkheid hebben, maar Hij ons helpt om te volharden. Het reddingswerk dat Hij in ons begonnen is, zal Hij voltooien tot op de dag van Jezus Christus. (zie o.a. artikelen VIII, X, XI en XII van onze geloofsbelijdenis en vooral de Schriftgedeelten waarop de belijdenis is gebaseerd).

Deze ‘daden’ moeten echter niet worden beschouwd als daden waarmee we redding verdienen. Paulus herinnerde de Efeziërs eraan: “Want uit genade bent u gered – en door het geloof, en dat niet uit u. jet os de gave van God, niet uit werken opdat niemand zou roemen.” (Ef. 2:8-9, HSV, waarbij het woord ‘zaligheid’ is vervangen door ‘redding’). De werken in vers 10 zijn een natuurlijk gevolg van redding. God heeft mensen voor de grondlegging van de wereld uitverkoren om gered te worden, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn. (Ef. 1:4). Niemand wordt gered als gevolg van werken. Daarom verdienen wij, als wij ons bekeren, geloven, belijden en volgen, onze redding niet, maar tonen wij de realiteit van Gods reddende genade in ons leven. Het belijden en volgen van Jezus als onze Heere zijn vruchten (zichtbare elementen) die getuigen van Zijn reddingswerk in ons. Voor meer informatie; lees o.a. artikel IV, V, VI, VII en IX van onze geloofsbelijdenis.

Samenvattend zou je het Evangelie kunnen beschrijven met vier woorden:

· God

· Mens

· Christus

· Oproep (antwoord/reactie)

Pin It on Pinterest

Vind je Baptistenkerk Op Zuid leuk?

Deel dit dan met je vrienden!